30 juni 2017

Dag 161

Gisteren was een topdag; met een gids zijn we de Etna op geweest. Een van de meest bijzondere dagen van onze roadtrip. Na 5 maanden reizen weten we dat een topdag nogal eens wordt gevolgd door een rotdag. Vandaag was het er zo een…



Vreemde luchtjes

De koelkast is kapot. De laatste weken deed hij het al minder goed. We dachten eerst nog dat het kwam door het warme weer. Bij temperaturen van +30 graden kan zo’n campingkoelkast het wat minder goed doen. Een andere oorzaak zou een bijna lege gasfles kunnen zijnmaar we kunnen nog steeds koken (er is dus gas). We komen er maar niet achter. Een paar dagen geleden kwam er een gigantische putlucht uit de koelkast. Gaab vroeg of ik stiekem toch een stinkkaasje had gekocht (ten strengste verboden op trips met de camper, want de hele ‘hut’ stinkt dan). Zou het dan toch het doosje wormen zijn – het aas dat ik heb gekocht voor het zeevissen? Ik ruik eraan, nee hoor, geen rare geurtjes….
Als een dag later de melk zuur is, speuren we weer verder in de koelkast. Aan het eind van de dag ga ik vissen en als ik het doosje wormen open, doen ze het niet meer… Oeps. Waren het toch mijn wormen? We vonden het al zo’n walgelijk idee dat er levende wormen in onze kleine koelkast moesten, maar ja, ik wilde vissen en als je vist, heb je wormen nodig…Om het goed te maken met Gaab, geef ik de koelkast een zeer grondige schoonmaakbeurt. Een half uur later ruikt het weer fris en ik stop alles weer terug. Het lijkt een paar dagen goed te gaan. Tot we op de parkeerplaats van de Etna staan.

Gaab gaat ’s nachts naar de WC en staat opeens in de nattigheid. Bij de koelkast ligt een klein plasje water. Gatver, we zijn allebei meteen wakker. De volgende ochtend blijkt dat de koelkast (en het kleine vriesvakje) zijn ontdooid. En bij het ontbijt hebben we weer dikke, zure melk. Nu weten we het zeker: de koelkast is kapot. GVD…. Weer pech!
We zijn even heel erg chagrijnig, want we rijden ook al een paar weken rond met – wat wij denken – een kapotte schokdemper. En nu weer een defecte koelkast. Erg fijn met temperaturen rond 30ºc. We spreken samen af dat dit NIET het moment is om er boos om te zijn, we gaan eerst genieten van de Etna.

De dag na het vulkaanbezoek is het tijd om verder te rijden. Over 2 dagen moeten we in Napoli zijn, want Owen komt weer op bezoek! Vandaag is het doel in ieder geval Messina, waar we de ferry naar het vasteland van Italië zullen nemen.

Koelbox-jacht

Maar als eerste gaan we naar de Decathlon, om een elektrische koelbox te kopen. Totdat we een adres in Italië vinden waar we de koelkast kunnen laten repareren (in het gunstigste geval) of (worst case scenario): een nieuwe koelkast kunnen laten inbouwen in de camper, moeten we het maar doen met een koelbox. Balen zeg!

We rijden 45 minuten door het chaotische verkeer van Catania naar de Decathlon, maar helaas… ze hebben niet wat we zoeken. Hierna zoeken we in het grote winkelcentrum meer dan 30 minuten naar de Mediaworld. Daar hebben ze vast wel een elektrische koelbox. Helaas! Gefrustreerd lopen we het winkelcentrum nog eens door. We zijn inmiddels al ruim 2 uur op zoek naar een koelbox. We worden steeds chagrijniger. Het is heet (>30 ºc) en ik plak aan alle kanten. We houden niet echt van winkelen en mensenmassa’s, zeker niet op zaterdag! Opeens bedenken we dat ze bij de grote hypermarkt vast wel een koelbox verkopen. En ja hoor… Er is keuze te over en hoewel we niet overtuigd zijn van de kwaliteit, kopen we voor € 50 een koelbox met 12V-aansluiting. Missie geslaagd. Denken we…

Terug bij de camper sluiten we de koelbox direct aan op 12 V - om te checken of hij het wel doet -  en hij begint te zoemen. Mooi, hij doet het. Na 5 minuten trekken we de stekker eruit en hij is heel warm. We kijken elkaar aan, we denken hetzelfde (terugbrengen dat ding), maar mijn ogen spuwen vuur….De hele ochtend voor niets op pad geweest.

EN NU WIL IK HIER WEG!

Vijf minuten later zijn we eindelijk op weg naar Messina. Om de verloren tijd in te halen, nemen we voor het eerst in maanden weer een tolweg. Ik hoop echt dat dit een goede weg is, want Gaby wordt soms helemaal gek van het slechte wegdek. Op Sardinië en Sicilië is het vaak uitdagend rijden, slalommen over de weg om grote gaten te vermijden. Ze is blij met het gladde asfalt en de rit naar Messina gaat vlot. He he, eindelijk…

Waar is de ferry?
Bij Messina zien we langs de snelweg borden voor de ferryhaven. We nemen de afslag en rijden een paar rondjes, want we zien alleen het ‘embarking’ terrein voor vrachtwagens. We snappen er niets van en vragen hulp aan een vriendelijke Italiaan, die gelukkig perfect Engels spreekt. We zijn er nog niet, we moeten nog 10 km verder doorrijden. Zo gezegd, zo gedaan. Een kwartier later nemen we de goede afslag en rijden Messina in, op weg naar het ferryterrein. We volgen het bord voor de ferry naar Villa San Giovanni, de kortste overtocht (20 min.) naar het vasteland van Italië. Al vrij snel vinden we het ferryterrein. "Bluferries" staat op het bord erboven. Alleen… Er staan grote barricades voor het terrein en er is geen auto te zien. Huh?
Een taxichauffeur stopt en legt ons in gebrekkig Engels uit dat de maatschappij niet meer bestaat. Wat, maar al die borden langs de weg dan? We begrijpen niet alles wat hij zegt, maar we mogen achter zijn taxi aanrijden naar een andere ferrymaatschappij. “Oh, mille grazie!” roep ik uit, wat aardig. Tot hij zegt “Vinti euro”. Ja, dag!!! “ “hHWat een rotzak. Maar hij wil best over de prijs onderhandelen “Quindici euro”. Flikker op joh, we gaan toch geen geld betalen om achter een taxi aan te rijden, we zoeken het zelf wel uit. Dat blijkt alleen niet zo eenvoudig.

We komen hier nooit meer weg

We rijden een paar rondjes en zien andere borden voor de ferry. Oh, ze schepen nu gewoon vanaf een andere locatie in, denken we. We rijden door een achterbuurt – ferryterreinen zijn meestal de lelijkste plekken van een stad – en komen aan bij een ander terrein van Bluferries. Ik zie opeens ‘ticketoffice’. “Daarheen!” roep ik. Alles is afgesloten en verlaten, hier is al jaren geen activiteit meer. Ergens op het terrein loopt nog wel een bewaker rond, die ons in het Italiaans uitlegt waar we heen moeten. We volgen zijn instructies en komen in een nog vreselijker achterbuurtje. We eindigen in een doodlopend smal weggetje, waar Gaab voor de duizendste keer dit jaar een moeilijke draai-manoeuvre moet uitvoeren. Laat ik zeggen dat Gaby ‘not amused’ was……..

We begrepen er helemaal niets van. Vanaf Messina gaan non stop ferry’s naar Calabria, we zijn toch echt niet de enige toeristen die hier de boot nemen. Waarom is het zo slecht aangegeven? Langs de weg staan vrij nieuwe borden die verwijzen naar een opgeheven maatschappij… Ongelofelijk!

Eindelijk, na 1,5 uur rondjes rijden in Messina zie ik opeens een bord van Caronte, een andere maatschappij. Dit keer rijden we in een rechte lijn naar het ferryterrein, we kopen een kaartje en 10 minuten later staan we op de boot en is het ons gelukt om Sicilië te verlaten.

Eindelijk op de ferry!


Het mooiste dorp van Italië

Zodra we aan de overkant zijn, stoppen we even om te bedenken wat we gaan doen. Het is zaterdag en we moeten maandag rond 15 uur bij Napoli Airport zijn. Eigenlijk ben ik wel klaar met het rijden; ik heb gewoon zin om lekker naar een strandje te gaan en te relaxen. Het was echt geen fijne dag. Aan de andere kant is deze dag toch al verpest, dus Gaby stelt voor om vandaag zover mogelijk door te rijden, dus oké. Alles wat we vandaag rijden, hoeven we morgen niet meer te doen. Dan kunnen we morgen gezellig ons 12,5 jaar jubileum vieren en een mooi strand opzoeken. We kijken in de campergids en vinden een camperplaats: nog 2,5 uur rijden. De recensies op de camperapp zijn geweldig: “het mooiste dorp van Italië”, “feeëriek uitzicht”, “rustige camperplaats”. Daar gaan we heen. We stellen navigatie in op Morano Calabro.
Tegen half 8 nemen we de afslag. Ik lees nog even de beschrijving in de camperapp. “Oh, op zondag is er markt, dan kan je er niet via die weg komen”. We hopen dat we de volgende ochtend niet al om 6 uur worden gewekt door marktkooplui.

Straatraces

We rijden het dorp in. Ik maak nog een grapje, “Als ze vanavond maar geen straatraces houden”. Onze ervaring is namelijk dat veel camperplaatsen door de plaatselijke jeugd worden gebruikt om ’s nachts te drinken of rond te scheuren in auto’s. We hopen dat we dit keer geluk hebben.
Opeens ziet Gaab een vrachtwagentje staan en zegt “Huh, de markt is toch pas morgen?”. En 50 meter verderop zien we een raceauto staan! “Nee! Dit kan toch niet”. Als we de hoek om gaan, zijn de smalle straatjes opeens vol met mensen en kraampjes. Oh oh… We rijden verder en van pure ellende begin ik heel hard te lachen: de hele straat staat vol met tenten met daaronder raceauto’s, vrachtwagens met raceauto’s, kraampjes met racepetjes en andere souvenirs en veel, heel veel mensen… DIT.KAN.NIET.WAAR.ZIJN!
Tomtom zegt “U heeft uw bestemming bereikt”. Het plein onder de kerk, waar de camperplaats zou moeten zijn, staat helemaal vol met raceauto’s.  We hoeven niet eens te overleggen, hier kunnen we niet slapen. Gaab neemt snel nog een foto van dit mooiste dorp van Italië.

Moreno Calabro, mooiste dorp Italië

NB: De 'straatraces' bleek de vierde ronde te zijn van de Italian Hill Climb Championship (Morano-Campotenese).

Aankondiging Italian Hill Climb Championship 2017


En nu?

We rijden terug naar de snelweg richting Salerno. Onze plannen zijn op. Het is nu mijn beurt om chagrijnig te zijn en Gaby probeert mij op te beuren. Tevergeefs. Ik heb honger en ben helemaal klaar met het rijden. Er zijn geen andere (gratis) camperplaatsen in de buurt, dus we besluiten de eerstvolgende afslag te nemen en gewoon een dorp in te rijden. Parkeren lukt altijd wel bij een kerk, sportveld of begraafplaats. Het maakt ons nu niet meer uit WAAR we staan, als we maar kunnen stoppen.

Natuurlijk kiezen we het verkeerde dorp uit. Het is een gehucht met 5 huizen en vooral veel weiland. We vinden geen goede plek. Opeens rijden we langs een soort picknickplaats. In het voorbijgaan zien we dat er twee mannen zijn, die daar een vuur stoken. Jammer, dat zou een mooie plek zijn geweest. Aan het eind van het landelijke weggetje keren we om, dit wordt niets. We komen opnieuw langs de picknickplek; zullen we daar dan maar gaan staan? Ik stap uit om te vragen of die mannen er bezwaar tegen hebben, misschien is het privé-terrein. Zodra ik dichterbij kom, word ik begroet door een zeer enthousiaste, tandeloze Italiaan, die mij met een grote grijns op zijn gezicht een hand geeft. Ze spreken geen woord Engels, maar ik begrijp dat ze het helemaal niet erg vinden als wij daar komen bivakkeren. Het kampvuur ziet er gezellig uit, de stapel vlees op de picknicktafel ziet er zeer aantrekkelijk uit, maar ik zie ook de 5L-jerrycan met rode wijn en de twee niet zo charmante mannen. Mijn instinct vertelt mij dat dit misschien niet zo’n goed idee is.
Ik loop terug naar de camper, vertel aan Gaab hoe het zit en zeg “misschien lopen we nu een heel gezellige avond met gratis barbecue mis, maar laten we het maar niet doen”.
We rijden weer verder.

Such a perfect day
Om kwart voor tien ’s avonds zijn we gesloopt: we moeten NU een slaapplek hebben. We rijden een volgend dorp in, zien een soort parkeerplaats naast een klein weggetje en parkeren de camper. Het wegdek is vlak, we staan er veilig. De 5 bordjes met “private parking” erop negeren we maar. We blinderen de ramen van de camper en piepen de pasta van de vorige dag op. Een half uur later slapen we.

Morgen is er weer een dag!


Stephanie

4 opmerkingen:

  1. Deze verhalen doen het wel goed bij de lezers :-)
    Avontuur Hiha, zeker niet zo saai als weer een gewone werkdag
    En morgen weer een nieuwe dag
    Rise and shining
    Succes met koelkast en co
    Op naar zoonlief
    Plzr en geniet

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ja je maakt heel wat mee zo'n jaar. Echt geweldig genieten hoor! Met soms een baaldag...... nog steeds leuker dan werken Haha.

    BeantwoordenVerwijderen